Kantoor setting

Verschillende stekkers en stopcontacten: waarom eigenlijk?

Wereldwijd bestaan er wel meer dan 15 verschillende soorten stekkers en wandcontactdozen. Maar waarom zijn er eigenlijk zoveel verschillende stekkers en stopcontacten? En hoe komt het dat er nog geen wereldwijde standaardstekker is?

Er ligt een historische oorzaak ten grondslag aan dit ‘probleem’. Toen elektriciteit aan het eind van de negentiende eeuw haar intrede deed in onze huiskamers, werd stroom alleen gebruikt voor verlichting. Toen echter duidelijk werd dat je elektriciteit ook kunt gebruiken voor andere doeleinden (zoals verwarmingskachels en huishoudelijke toestellen), moesten fabrikanten een andere manier vinden om die toestellen aan te sluiten. Zo ontstond de stekker met twee pinnen in de jaren 20.

Al snel groeide de nood aan veiligere systemen en werd er een derde connector aan het assortiment stekkers toegevoegd. Deze connector was bedoeld als aardcontact en zorgde voor een rechtstreekse verbinding met de aarde.

Eigen ontwerpnetsnoeren
Nu hadden andere landen de Amerikaanse stekkers en stopcontacten natuurlijk gewoon kunnen gebruiken. Destijds was het belang van uniformiteit echter niet groot en besloten veel landen om zelf een stekker te ontwerpen. Niet eens zo’n vreemde beslissing, want de Amerikaanse stekkers (type A) bleken achteraf gezien onstabiel en lieten bovendien te gemakkelijk los. Tegenwoordig zien we zelfs als tamelijk onveilig vanwege hun bijna prehistorische ontwerp.

Standaardstekker
Toch zou het wel erg gemakkelijk zijn om wereldwijd met één standaardstekker te werken. De Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) heeft dan ook jarenlang geprobeerd om een eenvormige stekker te ontwerpen en in te voeren. Politieke en economische belangen gooiden echter steeds roet in het eten.

Toen de standaardstekker (type N) in 1986 dan tóch het levenslicht zag, was het mondiale enthousiasme helaas ver te zoeken: een gemiste kans! Door alle technische, commerciële en politieke belangen zijn er vooralsnog slechts twee landen die het stekker- en stopcontactensysteem van de IEC in de loop der jaren wettelijk verplichtten: Brazilië en Zuid-Afrika.

Iedereen-doet-maar-wat
Veel Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen kampen daardoor nog steeds met een heersende ‘iedereen-doet-maar-wat-situatie’. Sommige inwoners beschikken thuis zelfs over vier verschillende (incompatibele) types wandcontactdozen. Wereldwijd zijn er bovendien letterlijk honderden miljoenen stekkers en stopcontacten geïnstalleerd: het is nogal een onderneming én een investering om dat te veranderen.

Kortom: een wereldwijde stekker lijkt nog altijd ver weg. Sterker nog: Thailand vond het in 2006 nog nodig om een compleet nieuw stekkersysteem te ontwerpen… Toch zal er waarschijnlijk wel een keer een oplossing komen. Denk daarbij aan USB-stekkers, stekkers met geïntegreerde aansluitingen, en nieuwe technologieën, zoals LVDC (low voltage direct current) en draadloze oplaadmechanismes.